Prentbriefkaarten over Zepperen

dorphalfbewerkt

Populaire “po’skoate”
De prentbriefkaart was als medium en verzamelobject bijzonder populair tussen 1892 en 1914.
De voorgefrankeerde briefkaart met democratisch tarief ontstond op 1 oktober 1869 in de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, naar verluidt naar Amerikaans voorbeeld uit 1861. Het medium was bijzonder geschikt voor korte boodschappen, een papieren versie van e-mail. Duitsland en andere landen volgden onmiddellijk. In 1871 startte men ook in België en ging men de postkaart illustreren. De fotografie, hier officieel gestart in 1839, werd in 1862 al gebruikt voor monumenten in grote steden. De technische vooruitgang liet later toe kwaliteitsvolle fotokaarten te maken. In 1878 werd internationaal het formaat van 140 bij 90 millimeter aangenomen. Na 1930 zou dat 148 op 105 worden. Het modieuze (kartel)randje uit de jaren 1930-1970 is al weer geschiedenis.
De post verloor omstreeks 1892 het monopolie op de uitgave van geïllustreerde briefkaarten. In 1898 richtte de fotograaf Edouard Nels een bedrijf op in Brussel, opgevolgd door Ernest Thill, dat nog steeds bestaat als marktleider in België. Een andere gekende firma was DVD (Désiré Van Dantzig) 1898-1913. In 1906 werd officieel afgesproken dat in het vervolg de helft van de adreszijde kon beschreven worden met een boodschap, zodat de hele versokant vrij kwam voor een prent of foto. Opgelet: sommige negatieven werden nog lang hergebruikt. In de Eerste Wereldoorlog waren de prentkaarten en fotokaarten bijzonder populair om het thuisfront op de hoogte te houden of propaganda te voeren. De democratisering van daguitstappen maakte een must van de verzending van een souvenir aan de thuisblijvers. Na de Tweede wereldoorlog begonnen veel toeristen zelf foto’s te nemen. Vanaf de jaren vijftig veroverde de kleurenzichtkaart de markt. De kwaliteitseisen voor de opname zijn hoog: altijd zon, geen storende factoren en het onderwerp er liefst volledig op. De toeristen hebben een voorkeur voor samengestelde kaarten met combinatie van verschillende zichten.
Sinds zowat 1970 is er een echte handel in ansichtkaarten ontstaan. Oude prentkaarten worden heruitgegeven in een reeks kleine boekjes …in oude prentkaarten , en Wim Sonneveld hing zijn nostalgisch liedje Mijn dorp in 1974 op aan een ansichtkaart. Synoniemen zijn zichtkaart, postkaart, prentbriefkaart, ansicht(kaart).
In de periode 1900-1930 kon van elke foto een postkaart voor verzending gedrukt worden, zoals bijvoorbeeld de schoolfoto van de zusjes Kleykens van Zepperen uit 1918 bewijst. Op de belijnde achterkant werd ook “carte postale” gedrukt.

Oude foto’s en een fotospecialist!
De oudste gekende foto’s van Zepperen zijn portretten van notabelen. Burgemeester Frans Coart liet zich met zijn driekleursjerp fotograferen, waarschijnlijk in 1880 door hoffotograaf Ghémar in een reeks burgemeestersportretten bij gelegenheid van het halve eeuwfeest van België. Kasteelheer Charles de Pitteurs’ staatsieportret werd in 1883 afgedrukt in het tijdschrift van de Association belge de Photographie, waarvan hij stichtend lid was en zelfs voorzitter tussen 1880 en 1883. Hij publiceerde in dat tijdschrift trouwens technische artikels over de lichtgevoelige laag op fotoglas en vertaalde buitenlandse vakartikels naar het Frans. Jammer genoeg bleef van zijn ongetwijfeld interessante fotoexperimenten waarschijnlijk niets bewaard. Andere 19de-eeuwse opnamen over Zepperen zijn twee glasdia’s uit het fonds Govaerts en een familiekiekje van het gezin Lamme America-Maes in de Startelstraat, +-1899 (verzameling Feytons). De dia’s van Govaerts tonen de kerk zonder traptorentje, met lage torensteunberen en met smalle neogotische toreningang. Een waarschijnlijk bijhorende binnenzichtdia toont nog geen muurschilderingen, ontdekt in 1898, wat toelaat om de opnames voor dat jaar te plaatsen. Intussen zijn er in het fonds Govaerts nog opnames van de kerk rond 1900 opgedoken, telkens dubbele negatieven voor afdruk en bekijken met stereoscooptoestel.

CafeZEPKerkGovaertsdiaLV
Glasdia Govaerts

Gekende portretfotografen in Sint-Truiden omstreeks 1900 waren Hubert Blanckart (°1872) met zijn broer Auguste (°1878), de voorlopers van E. Robijns, en Gustave Ghuys, die uit Hasselt kwamen.
Dorpsgenoot Martin Knapen (1868-1945), koetsier-chauffeur van baron Felix de Pitteurs, hanteerde al vroeg een fototoestel voor familiekiekjes. Oud-leraar “de professor” Gaspard Van Oirbeek (1853-1933) van Terstok nam omstreeks 1907 stereoscopische foto’s om via een speciale kijker een 3D-effect te kunnen bereiken. Hoe een amateurfotograaf op het plattenland werkte lees je in de getuigenis van Jos Graindourze uit Gutschoven, die tijdens de eerste wereldoorlog onder meer paspoortfoto’s begon te maken en vanaf 1921 ook filmvertoningen in de dorpen van de buurt organiseerde. Men kon maar niet begrijpen dat een ‘portret’ zo snel gemaakt was, of er nu één of tien mensen opstonden! Ontwikkelde platen moesten een paar minuten in de zon worden gezet met het fotopapier erachter gespannen. Jos deed dat tijdens zijn middagpauze bij zijn werkgever, de suikerfabriek van Hoepertingen. Enkele caféfoto’s uit Zepperen van net voor de eerste wereldoorlog tonen telkens een gezelschap in zondagskleren buiten rond de herbergtafel gezeten. Binnenopenamen, buiten de gespecialiseerde studio ten huize van de fotograaf, waren moeilijk. Dus ensceneerde men maar gezelligheid op straat.

Het burgergezin van ’t Mesterke, Jozef Renaerts-De Fraipont, liet zich in 1916 fotograferen in de studio Strauven te Herk-de-Stad.

frescooudhalf

De oudste klasfoto’s in openlucht met op het bordje het jaartal 1908 in krijt – en later ook 1914 en 1918 – werden gevolgd door een lange reeks schoolfotografie tot op heden. De kameelfoto’s uit de jaren vijftig en de retro-klasfoto’s uit 1985 zijn daarin een eigenaardigheid.
Architect Clemens Trefois (°1894) stopte rond 1933 op zijn boerderijentocht door Vlaanderen ook in Zepperen en fotografeerde o.m. de Coemanswinning.
Truienaar Achille Thijs (1903-1986) was fotojournalist en amateurhistoricus. Hij deed in de Zoutstraat aan “Industriëele- en reportage fotografie” en maakte onder meer de reeks over de inhuldiging van de betonweg in Zepperen in 1936. In het dorp was nooit een fotohandel of beroepsfotograaf actief. Jos Leemans (°Zepperen 1945), zoon van griffier Bèrke Leemans-Neven, baat nu in Herk-de-Stad wel een fotohandel uit.
Hereboerdochter Leopoldine Gilissen (1912-2001) en secretariszoon Edouard Bonneux (1920-2002) konden in de tweede wereldoorlog enkele momenten vereeuwigen zoals de joodse vluchtelingen, de klokkenroof en de eerste Amerikaanse pantserwagen. Het Openluchtmuseum Bokrijk documenteerde in de jaren zeventig de demontage van de hoeves Neven en Fabry. In 1959 al had hun fotograaf de hoeve “de kinderen Minsen” vereeuwigd. De bekende “Miss Kodac” of juffrouw Aline Pieters (1887-1958) uit Sint-Truiden fotografeerde ook in Zepperen enkele lemen huizen na de oorlog. De jong gestorven Maurice Knuts (1944-1982) was een fotoamateur die feesten versloeg en reproducties maakte. In de jaren tachtig en negentig legden gespecialiseerde firma’s individuele gebouwen vast op luchtfoto. Die werden achteraf bij de bewoners aan huis vrij duur te koop aangeboden. Jos Lacroix, perscorrespondent van Het Volk en Het Belang van Limburg, fotografeert nu de gebeurtenissen van het dorp. Zijn sinds 2001 digitale opnamen vormen een boeiend modern archief van de Zepperse verenigingen. Het menselijk aspect komt hier meer aan bod dan het levenloze monument, straatbeeld, landschap of voorwerp. Zijn foto’s werden ook gebruikt voor de parochiale rubriek in Kerk en Leven. Andere digitale fotografen van evenementen zoals processie en kerstmarkt zijn omstreeks 2008 Jef Croughs, lokaal correspondent van Het Belang van Limburg, Jos Neven, fotoverzamelaar en vader van de uitbater van taverne Haspengouw, Dirk De Man en André Roebben.

In mei 2008 maakte Vincent Merckx van Brussel professionele opnamen van de muurschilderingen voor een plaatwerk over Vlaanderen. Oswald Pauwels deed hem dat al voor, t.b.v. een artikel in het tijdschrift Monumenten & landschappen, nr. 3 van jaargang 12 (1993). In 2019 kreeg fotograaf Paul Delaet uit Heks opdracht via Willem Driesen om voor het Kerkfabriek telelensopnames van moeilijk bereikbare details in het kerkinterieur te maken.

Fotoinventarissen
Tijdens de Tweede Wereldoorlog legde het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium te Brussel in 1944 het kunstbezit van de kerk vast op foto. Die inspanning werd herhaald en vervolledigd in 1975 door Benoît Geukens voor de zgn. groene boekjes, het Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Willem Driesen maakte sinds 1974, maar vooral in 1978-1983, systematisch opnamen in zwart-wit en in kleurendia van lemen huizen in Zepperen voor zijn licentiaatsthesis over vakwerkbouw en zijn werk in het Openluchtmuseum Bokrijk. Hij legde daarna als secretaris van de Remacluskring en beheerder van de twee Kringwebsites een uitvoerige verzameling foto’s en dia’s aan met Zepperen als onderwerp, zowel actuele opnamen als reproducties van oude foto’s. Het kunstpatrimonium van de kerk werd intensief vastgelegd onder impuls van Kringvoorzitter en kerkfabrieklid Prof. Dr. Guy Fabry en historicus Albert Manet in 1987, 1991 en 1993 (kerkboek). Kerkfabrieklid Guido Pulinx maakte in 2007 en 2008 professionele digitale, maar bijgewerkte opnamen.

Zepperen-22

Lokale uitgevers van prentkaarten
De bedevaarders naar de Drie Gezusters, de winkelende fiere Zepperenaars, de internaatstudenten van het Sint-Aloysiusinstituut en de cultuurtoeristen geboeid door de muurschilderingen waren de doelgroep van de lokale uitgevers. Winkelier en kleermaker Eduard Leunen-Hechtermans (1877-1954), “de stikker”, in de Eynestraat liet volgens de familietraditie in 1920 door iemand van Brussel een reeks foto’s maken. Eduard poseerde met zijn klippet zelf op bijna elke opname en liet de fotograaf in één moeite zelfs een familiekiekje maken achter zijn huis. Een poststempel uit 1914 op één van de prentbriefkaarten is onlangs opgedoken, wat deze chronologie wel in vraag stelt. De reeks heeft een lichtgroene achterzijde en geeft de onderwerpen ééntalig Nederlands weer. Zie de prentkaartenlijst. Winkelier en jonkman Domien Mommen (1890-1967) aan het Kerkplein deed zijn concurrent later na rond 1925 en liet een tweetalige reeks maken. Producent was telkens de firma ”Phototypie Préaux frères’ van Ghlin bij Mons. Hoe zo ’n opdracht in werk ging lees je in de tentoonstellingsbrochure van het Historisch Informatiepunt Limburg: bijvoorbeeld in Halen kwam in de zomer 1921 of 1922 Brusselaar Ernest Thill (de firma werd later overgenomen door Nels) een ganse dag opnamen maken. Hij stuurde de ontwikkelde foto’s achteraf naar een Halense papierhandelaar, die een keuze maakte en de nadien in Brussel gedrukte oplage onder zijn naam verkocht. De fototypie liet vanaf 1895 afbeeldingen van erg hoge kwaliteit te drukken toe. Vanaf de jaren 1923 kwam de heliogravure, rond 1950 de zilverbromidedruk en vanaf de jaren 1965 de offsetdruk. De kwaliteit daalde.

De Sint-Truidense fotografen Guillaume en Adrien Rietjens uit de Hamelstraat waren als drukker goed geplaatst om zelf prentbriefkaarten uit te geven. Ook drukkerij ‘Electrotypie Hesbania’ van Basile Smets uit het landelijke Gelinden gaf prentkaarten uit rond de Drie Gezusterdorpen. In 1910 maakte het huis Gustaaf Moreau uit de Diesterstraat in Sint-Truiden reclame met z’n “schoone keus van geïllustreerde zichtkaarten”.
Het Sint-Aloysiusinstituut en de kerkfabriek Sint-Genoveva treden ook op als initiatiefnemer. In diverse eindwerken van de jaren dertig tot nu gemaakt door onderwijzers of toerismegegradueerden in spe, wordt dankbaar gebruik gemaakt van het aanbod prentbriefkaarten als illustratiemateriaal.

Getekend Zepperen
Terzijde geven we hier een korte schets van de getekende “iconografie” van het dorp, die ook belangrijk is om het beeld van Zepperen te kunnen reconstrueren.
Landmeter Cornelis Lowis tekende tussen 1650 en 1680 in de goederenatlas van de abdij van Averbode het tot nu toe oudste zicht op dorp en klooster in de omgeving van hun bezitting Brustem. Remacle le Loup schetste tussen 1736 en 1744 het klooster Hieronymusdal bij Zepperen voor het historische plaatwerk Les délices du Pays de Liège. Stadsarchitect ir. Guillaume Govaerts (1873-1936) van Sint-Truiden gaf in 1936 een album uit met tekeningen van monumenten uit Zuid-West-Limburg. Daarbij ook kerk, rentmeestershuis en Coemanswinning uit Zepperen. Bij professor Guy Fabry bewaart men een schilderij van de deels Truiense kunstschilder Jos Tysmans (1893-1974), met een zicht op kerk en kerkhofpoort. Monke Bex, een gehandicapte jongen uit de Plankstraat, schilderde omstreeks 1940 enkele zichten met zijn tenen als bijverdienste!
De bekende monumententekenaar Steven Wilsens (°1937) uit Kuringen nam in de jaren 1980 diverse gebouwen uit Zepperen als model: het kerksteegje met fietsende jongelui, de binnenkoer van het rentmeestershuis en het klassieke zicht op het kerkplein. Technisch tekenaar Albert Haesen (1917-2003) van het Sint-Truidense stadsbestuur maakte ingekleurde pentekeningen van monumenten, o.m. eentje van Zepperen kerk dat nu in de praktijk van huisarts Viviane Strauven hangt. Zijn collega Jef Mathijs (°1923) vereeuwigde in de jaren 1970-1980 enkele zichten op Zepperen in vaardige aquarel. Ook Jan Palmans, echtgenoot juffrouw Eliane Nobels, uit de Drie Gezustersstraat, tekende en schilderde Zepperse zichten. Tekenaar A. Gaillaerde schetste kerk en Ouwerwinning voor de Haspengouwagenda, in 1983 uitgegeven door de Abdij van Averbode. In dat jaar tekende Willem Driesen enkele illustraties voor het jeugdboekje Groetjes uit Zepperen. De tekening van de kapelanij, waar hij woonde tussen 1982 en 1989, liet hij als wenskaart drukken. Tim Nijs illustreerde in 1988 de uitgave van de Jeugdherinneringen van Meester Schoofs. In 1998 gaf de 15-jarige Remacluskring opdracht aan de Truiense graficus Fernand Withofs (°1961) om een ets te maken met Zepperen als onderwerp. In dat jaar ook gaf de Gemeenschapsraad opdracht aan Ivo Walschap van Halle-Booienhoven om een logo voor de Zepperse vlag te tekenen.

Foto-05-etsFernand Withofs (1998)

Het (foto)erfgoed als inspiratiebron
In de vroege jaren 1960 werden zwartwit-foto’s van huizen, gewoon gekleefd op een sierbord met ophangsysteem in metaaldraad, verkocht door de rondrijdende zuivelhandel, naar verluidt een initiatief van Hasselaar Frans Billen. De borden droegen leuzen zoals “Een huis bouwt men met stenen. Een tehuis met liefde”. In 1985 startte het lokale Gemeentekrediet met vijf moderne zichten op een glasraampje een jarenlange reeks aanbiedingen door de gespecialiseerde firma’s Hermans uit Tongerlo, Gerard Swaenepoel Decor Art uit Herentals en Matina Bernhardt European Artists uit Hasselt. De glasgravures, huisklokken met goudgravures en porseleinen kunstborden volgden elkaar op tot in 2000. Ook de oude Zepperse prentkaarten inspireerden deze firma’s bij hun ontwerpen.
De kerkfabriek Zepperen verkocht in 1988 een tinnen schotel met daarop de kerktoren in reliëf voor 1.250 BEF om de schilderwerken te helpen bekostigen.
Dank zij het Gemeentekrediet sierden reuzevergrotingen van Zepperse hoekjes sinds de jaren tachtig zowel het bankkantoor als de parochiezaal. Kantoorhouder Jos Put van het Gemeentekrediet gaf in 1995 een fotokalender uit met zes actuele opnamen uit Zepperen. Verzekeringsmakelaars Dirk en An Feytons verspreidden voor 2003 en 2004 een kalender met enkele sepiareproducties van oude Zepperse zichtkaarten, in combinatie met Sint-Truidense.

Verzamelaars en tentoonstellingen
Prentbriefkaarten werden op korte tijd razend populair. Veel jonge dames legden een verzameling aan in speciale albums. Niet alleen steden en dorpen, maar ook vorsten, personaliteiten, beroepen, natuur, romantiek, humor, militaria en bijzondere gebeurtenissen zoals rampen waren thema’s. In een tijd met weinig media tussen 1900 en 1918 kon men thuis wegdromen bij de mooi gekleurde prentjes. (Chri)Stina Knapen (1871-1945), gouvernante bij de familie de Pitteurs-Hiegaerts op het kasteeltje ‘Les Bégards’, liet een drietal volle albums na. Uit de boodschapjes op de prentbriefkaarten blijkt dat veel kennissen en vriendinnen haar graag kaarten opstuurden om haar collectie aan te vullen. Verzameling Feytons.
Schepen en verzekeringsmakelaar Guido Feytons (1937-2005) heeft de onschatbare verdienste om een uitvoerige collectie prentbriefkaarten van zijn geboortedorp Wellen en van Zepperen te hebben aangelegd. Daarvan werd dankbaar gebruik gemaakt voor reproducties, zodat ze voor het nageslacht bewaard bleven. Willy Ilsbroekx van Schurhoven-Sint-Truiden heeft de meest volledige repro-verzameling van zichten uit Groot-Sint-Truiden aangelegd en het grootste, niet-digitale deel ervan in 2003 verkocht aan stadsgenoot Mark Dusar, toen vrijwilliger-conservator van het hoevemuseum. Later opgekocht door het Stadsbestuur. Daarbij zitten ook Zepperse items. Verzamelaar Roger Duchateau kwam in bezit van de fotonalatenschap Adrien Rietjens en verkocht enkele glasnegatieven aan Willem Driesen. Daarbij ook opnamen die dienden voor prentbriefkaartendruk.
De Gemeenschapsraad Zepperen organiseerde tijdens het Jaar van het Dorp 1978 in de “voorzaal” bij de Paters de tentoonstelling “Zepperen vroeger en nu”. De in 1984 gestichte Remacluskring Zepperen bracht fototentoonstellingen onder de titel “Kèn dje se nog?” over het dorp (parochiaal vergaderlokaal en klassen 1984) en over onderwijshistoriek (voorzaal 1986). In 1991 volgden de toneelgeschiedenis “Nog altèd kemeide” (voorzaal) en tijdens de Open Monumentendag vergrote prentbriefkaarten (parochiezaal 1992). Verder was er ook aandacht voor oude zichten in het kader van de restauratie van de muurschilderingen, de Haspengouwse Fruitfeesten of het exposerende CSC-Zepperen. S.V.V.-Zepperen hield in de jaren tachtig een fototentoonstelling rond “Wandelen en kritisch kijken in de gemeente Zepperen”. Vooral het boekje Zepperen 1850-1950 in 1976 en de Remacluskringboeken in 1993 (kerk), 1994 (oorlogen) en 1999 (volksleven) garandeerden de bewaring van het Zepperse fotoarchief in vele boekenrekken, ook die van uitgeweken dorpsgenoten.

Het boek Groot-Sint-Truiden. 100 jaar in beeld. Volks fotoboek, een kwaliteitsdruk maar met soms gebrekkige teksten, van de Heemkundige Kring Groot Sint-Truiden bracht in 1996 enkele mooie oude foto’s bij een breder publiek in de kijker. Bij de viering van 100 jaar Sint-Aloysius Zepperen middelbaar onderwijs verzamelden geschiedenisleraars Ludo Buntinx en Jos Lacroix alle vindbare foto’s voor een tentoonstelling in 2005.

In grote openbare verzamelingen van zichtkaarten bevinden zich nauwelijks Zepperse onderwerpen: het heemkundig documentatiecentrum van het Gemeentekrediet (later Dexia/Belfius, nu gesloten) in Brussel en het fonds Limburgensia in de Bibliotheek Limburg-Hasselt (website http://www.limburg.be/pbl), nu het HIP in de Bibliotheek Hasselt-Limburg.

Zie: Lijst van momenteel gekende prentbriefkaarten met Zeppers onderwerp

Remacluskring Zepperen
Versie 16 april 2021

Foto’s

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close