Catharina-drieluik zonder schenker

Wie schonk het
Catharinadrieluik?

In de Zepperse Genovevakerk waren in het Ancien Régime (periode voor 1800) altaren toegewijd aan diverse heiligen. Ze werden in stand gehouden door rijke clerici of leken, die een priester betaalden voor hun altaar. In het archief te Luik bleef een 17de-eeuwse tekening bewaard van een grafsteen reposant en l’eglise parochiale de Sepperen proche de St.Tron.

ZEPKerkRijkelsteenREPWDLV

Het is de zerk met voorstelling van de geharnaste Arnold van Rijkel, kanunnik van Sint-Lambertus te Luik en proost van Sint-Rombouts te Mechelen. Deze stierf op 15 juni 1403 en was rector of stichter van de capellae sanctae katarinae huius eccle(s)iae. De steen is, zoals alle andere grafzerken, uit de huidige vloer van de kerk verdwenen (1).
Op 23 april 1411 zou Daniël, heer van Grauwendries, het beneficie van de Heilige Katharina hebben hersticht – of begiftigd, zo zegt kanunnik Daris in 1888 – (2), bestaande uit drie wekelijkse missen. Het goed van Grauwendries lag langs de huidige Tienweidestraat, een eindje van de Stippelstraat verwijderd. In de enclave van Brustem, niet ver dus van Natenbampt. Op het einde van de 18de eeuw was de familie de Herckenrode begever. In 1778 ging het rectoraat van dit altaar over van de ene broer Henri Bertrand naar de andere Guilelmus, kanunnik in Sint-Truiden. In de kerkrekeningen van 1661 wordt het St. Catharinen choor vermeld. Verder zijn ook het hoogkoor en St. Genovefe choor vermeld. Blijkbaar was de noorderkruisbeuk volledig aan de H. Katharina gewijd. Bij de kerkvisitatie van 1701 waren de altaren van Catharina, Nikolaas (tegen een zuil) en Ursula (tegen een zuil) samengevoegd.
Catharina was volgens de oudste oosterse bronnen uit de 6de-7de eeuw een mooie, goed opgeleide koningsdochter. De koning viel ziek en bezwoer op het sterfbed zijn dochter enkel Christus te vereren en te trouwen met een man die haar in wijsheid en schoonheid evenaarde. Catharina ging een mystiek huwelijk aan met Christus. Toen ze achttien jaar was, omstreeks 307 na Christus, ging ze naar keizer Maxentius in Alexandrië. Ze verweet hem afgoderij. Maxentius liet van heinde en ver vijftig filosofen komen om in debat te gaan met Catharina. De heilige won dit dispuut in de raadszaal met de hulp van de aartsengel Michaël. De bekeerde filosofen werden op bevel van de keizer in het vuur gegooid, maar hun kleren verbrandden niet. Maxentius vroeg Catharina zijn tweede vrouw te worden als ze haar geloof maar verliet. Catharina weigerde, ze werd gegeseld met roeden, beslagen met lood, en voor twaalf dagen zonder eten of drinken in de gevangenis gegooid. Daar werd ze gevoed door een duif. De keizerin en het hoofd van de wacht bezochten haar daar en bekeerden zich tot christenen. Ze werden onthoofd door Maxentius, samen met honderden soldaten van de wacht. De keizer bedacht een vreselijke marteling. Katharina zou langzaam uiteen gereten worden door draaiende wielen met scherpe tanden. Ze bad om de hulp van God en een engel deed het tuig in stukken breken. Vele omstaanders werden door de rondvliegende stukken gedood. De keizer liet haar dan buiten de stad onthoofden. Uit haar lichaam vloeide melk in plaats van bloed en ze werd door engelen op de Sinaïberg begraven. Ze was maagd en martelares. Verwijzend naar het martelwiel werd Catharina aanbeden tegen de huidziekte herpes circinatus of “het rad van Sinte-Katrien” in de volksmond. Haar feestdag valt op 25 november. De heilige wordt voorgesteld met kroon (als koningsdochter), met zwaard (martelares), met wiel (martelwerktuig) of met keizer of filosoof aan haar voeten (3).
Op de muurschildering uit 1509 op de westelijke muur van de zuidelijke kruisbeuk in de kerk van Zepperen staat Catharina met rad prominent tussen een groepje vrouwelijke heiligen op een wolk bij het Laatste Oordeel. Catharina komt, samen met Sint-Nicolaas, ook voor in een medaillon te midden bloemmotieven, op een 17de-eeuws geschilderde houten antependium, gebruikt bij een processierustaltaar in Zepperen (4). Daar is ze gekroond, houdt ze een zwaard in de rechterhand en een kapot houten martelrad in de linkerhand.
Er bleef ook een renaissance-drieluik bewaard, momenteel opgehangen aan de oostmuur van de noorderkruisbeuk in de Sint-Genovevakerk. In gesloten toestand toont het drieluik twee nisvormen met paneelschildering. De randen zijn gecanneleerde vlakke zuilen met eenvoudig geprofileerde kapitelen en basissen, waarvan de lijstjes onderaan doorlopen. Boven de getande, rondbogige nisbekroning houden telkens twee ondiep en primitief gesculpteerde engelen samen een krans op. In het midden van de krans zit er telkens een diamantkopvormig motief dat ver uitsteekt. Het luik links toont de geschilderde heilige, enkel gekleed met een lendendoek, vastgebonden aan een zuil met een touw. Twee beulen geselen haar. Links ligt een half afgebeelde kroon. Het luik rechts toont de heilige in een cel met tralievenster. Ze krijgt bezoek van Christus met kruiswonden die een zegenend gebaar maakt. Boven dit tafereel zweven twee engelen op de wolken, de rechtse wijst naar rechts met de vinger. Boven het hoofd van de heilige zweeft een duif met een broodje in de bek. Rechts onderaan ligt een heel afgebeelde kroon.

foto-26-remacl(genovaltaar)
Het centrale paneel met Catharina in de zuiderkruisbeuk in 1920

In geopende toestand hebben de drie luiken met paneelschildering een lijst met recht tandmotief. Het centrale luik toont rechts boven de keizer met staf op zijn hoge troon onder baldakijn. De wijsgeren staan links en rechts van hem. De zittende filosoof op de voorgrond rechts houdt een geopend boek en steunt op een bankje met daarvoor een gesloten boek. De gekroonde heilige Catharina zit, houdt een open boek op haar schoot en is duidelijk in gesprek gewikkeld.

Catharinadrieluik

Catharinadrieluikextern
Het linkse luik toont bovenaan het tafereel met de marteling: een dubbel spakenwiel met gekromde scherpe metalen haken en een zwengel is beschadigd. Op de voorgrond ligt een man, waarschijnlijk een dode beul. De heilige Catharina bidt met gevouwen handen naar de reddende engel in de wolken. De keizer wendt zich boos af. Op de voorgrond zit de kaalhoofdige schenker geknield, met baard en snor, en met wit koorhemd. Hij vouwt de handen en heeft een open boek voor zich op tafel met neerhangend doek. Links achter hem staat zijn patroonheilige met baard, donkere monnikspij en kruisbeeld. De heilige raakt zijn schouder aan. Rechts voor de schenker hangt zijn wapenschild: gedeeld met heraldisch rechts in zilver drie klaverblaadjes van sinopel (groen) geplaatst 2-1, en heraldisch links in zilver drie rechtse schuinbalken van keel (rood) of goud. Polydore Daniëls noteerde dit wapenschild zonder verdere uitleg en twijfelde ook aan het rood van de schuinbalken (5).
Het rechtse luik toont de onthoofding van Catharina. Op de achtergrond doemt een burcht of stad op en staat een groepje getuigen waartussen de keizer, die een breed gebaar maakt. De deels geharnaste beul zwaait zijn zwaard hoog achter zijn hoofd. De blootvoetse Catharina zit geknield met de armen kruiselings voor de ontblote borst gebonden. Ze wendt het hoofd met loshangend haar af. Onder haar ligt stro en voor haar een zweep, een paar pantoffels en een kroon. De zonnestralen priemen naar beneden door een gat in het wolkendek.

 

foto-35-remaclcatharinaschildjpgl Naar wie verwijst dit wapenschild? 

Volgens een getuigenis omstreeks 1974 van Robert Neesen, Zepperenaar en schoolhoofd te Brustem, was het drieluik van Catharina geschilderd door Karel van Ieper in 1611. Karel van Ieper overleed echter al in 1562. Robert Neesen was bevriend geraakt met restaurateur Leegenhoek tijdens diens werk aan de muurschilderingen in Zepperen kerk.
In een brief uit 1892 spreekt de provinciale architect Jaminé over deux volets provenant d’un rétable ancien die hij wil laten samenvoegen met het centrale paneel. Dat laatste hing oorspronkelijk in de zuiderkruisbeuk, voor de in 1898 deels vrijgelegde muurschilderingen.

Het drieluik werd gerestaureerd in 1988 door Vonck van de mobiele restauratieploeg van Monumenten en Landschappen, Vlaamse Gemeenschap. Daarbij werden onder meer de overschilderingen van de borstpartijen van de beul en van Katharina op het onthoofdingstafereel terug weggenomen. Naar verluidt waren deze pas enkele tientallen jaren daarvoor aangebracht op last van de toenmalige pastoor Philtjens, die deze fragmenten aanstootgevend vond.

Vraag:
wie kan de schenker van dit drieluik identificeren aan de hand van het wapenschild en de periode (omstreeks 1611) ?

Notities :
(1) J. BROUWERS, Problemen rond een grafsteen van Zepperen, in: Limburg, jg. 56, 1977, p. 89-95.
(2) J.P.H. ULENS, Notice sur la commune de Zepperen ou Sepperen et sur son église monumentale, in : Publications de la Société d’Archéologie dans le duché de Limbourg, Maastricht, jg. 1, 1863, p. 97-103. Joseph DARIS, Notice sur Zepperen, in : Notices historiques sur les églises du diocèse de Liège, dl. 13, Luik, 1887, p. 92-93. G. SIMENON, Visitationes archidiaconales Archidiaconatus Hasbaniae in Dioecesi Leodiensi ab anno 1613 ad annum 1763, Luik, 1939, dl. 2, p. 824-825.
(3) Rik NULENS, Het leven van de heilige Catharina van Alexandrië, Maaseik: V.V.V. Maaseik, 1985
W. VAN HOOF, H. Catharina van Alexandrië. Patrones en naamgeefster van Sint-Katelijne-Waver, (Erf en Heemuitgaven, 11), s.l., 1989.
(4) Zepperen. Kapitteldorp, Sint-Genovevakerk en laatgotische muurschilderingen, Remacluskring, Zepperen, 1993, p. 222-237, 196199, 200-201.
(5) L.J.H. Maurice GOYENS, Armoriaal van Hasselt. 340 blazoenen, s.l., 1984, p. 76.

Remacluskring Zepperen
versie zaterdag 12 april 2014

Kerk en kunst

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close